Privacy & Seksualiteit
in een zorginstelling
Intimiteit, seksualiteit en relaties zijn
onderdeel van ieders dagelijks leven en moeten dan ook bespreekbaar
worden gemaakt. Bij een open klimaat zullen ook incidenten van
seksueel misbruik eerder besproken worden. Dat werkt preventief, want
zo kan grensoverschrijdend gedrag eerder worden gecorrigeerd.
De Kwaliteitswet uit 1996 stelt een seksualiteitsbeleid verplicht.
Maar in de praktijk hebben de instellingen daar weinig mee gedaan.
Dat is ook niet zo raar: omgaan met seksualiteit blijft lastig.
Normen en waarden kunnen botsen, beleidsregels worden mogelijk
ervaren als een beperking van persoonlijke vrijheid en telkens weer
dient men zich af te vragen waar openbaarheid eindigt en privacy
begint.
Sinds een aantal jaren is de
privacyproblematiek in zorginstellingen onderwerp van brede
belangstelling.
De bescherming van persoonsgegevens, van medische
dossiers, debescherming van de persoonlijke levenssfeer, het bieden
van verblijfsruimten met voldoendeprivacy aan mensen die vaak
langdurig op het verblijf zijn aangewezen; voor deze onderwerpen is
in de achter ons liggende jaren terecht extra aandacht gekomen.
Belangrijke ontwikkelingen hebben inmiddels plaatsgevonden. De instellingen gaan met al deze aspecten van privacy zorgvuldig om. Waar het gaat om de persoonlijke levenssfeer en de
privacy-aspecten daarvan is het inzicht al vroeg onderkend, dat de
‘ruimtelijke’ privacy, het kunnen bieden van een ‘eigen plek’,
daarbij van groot belang is. Op dit punt zijn echter nog niet alle
belemmeringen voor het bieden van voldoende privacy weggenomen. Het
komt nog op (te) grote schaal voor dat mensen die langdurig zijn
aangewezen op verblijf in een intramurale setting, niet kunnen
beschikken over privé ruimte maar de ruimte moeten delen met 3, 4 of
soms nog meer medebewoners. Vorige kabinetten hebben een aanzet
gegeven om dit probleem in de huisvesting van instellingen aan te
pakken door de bouwnormering aan te passen, zodat bij uitbreiding en
renovatie alleen nog éénbedskamers en beperkte aantallen
tweebedskamers worden gerealiseerd. Voorts zijn instellingen
opgeroepen snel plannen te maken voor het vervangen of ‘uitdunnen’
van 5- en 6 bedskamers. Door het ministerie van VWS is echter
recentelijk geconstateerd dat de privacyverbetering in o.a. de
verpleeghuizen tot nu toe in veel gevallen trager verloopt dan
wenselijk is.
De meeste cliënten blijken tevreden over de
verleende zorg. Bewoners van verpleeghuizen uitten echter ook
kritiek op de gebrekkige privacy en ontevredenheid over de woonruimte.
Seksualiteit bij chronische ziekte of
aandoening
Seksualiteit is een onderwerp waar de meeste mensen niet makkelijk
over praten. Niet met hun partner, niet met hun beste vriend(in ), en
meestal ook niet met hun huisarts of hulpverlener. "Seks, dat doe je
toch gewoon", wordt wel gezegd. Maar als u een chronische ziekte of
aandoening heeft ligt dat anders. Voor de meeste mensen hoort seks
bij het leven. De één is wat actiever dan de ander, in de ene periode
loopt het wat lekkerder dan in de andere. Dat geldt voor mensen met
een ziekte net zo goed als voor mensen die gezond zijn. Seksuele
gevoelens verdwijnen niet als u een chronische ziekte heeft. Wel kan
een ziekte flinke invloed hebben op uw seksuele leven. Hoe u daarmee
omgaat, hangt voor een deel af van het moment dat u ziek werd. Was
dat voor de puberteit of (ver) daarna? Bent u op latere leeftijd ziek
geworden, dan werkt het anders. Het kan zijn dat u het gevoel heeft
dat uw seksuele leven op z'n kop staat. Het gaat niet meer zoals u
gewend was. Uw lichaam reageert anders of werkt niet meer zoals u dat
zou willen. U moet zich aanpassen aan uw lichamelijke beperkingen. In
de praktijk betekent dit: een nieuwe weg inslaan. U moet zich niet
meer vastbijten in het het was en denken aan de beperkingen, maar
zoeken naar wat wel kan, zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Dit klinkt
misschien makkelijker dan het is. De dingen waar u plezier en genot
aan beleefde, zijn weggevallen. Uw lichaam is wellicht drastisch
veranderd. En misschien heeft u een ziekte die erger wordt en waarvan
u niet weer hoe het verder gaat.
Aandoeningen
Beroerte of CVA De fysieke mogelijkheid tot opwinding en
orgasme is door een CVA meestal niet verstoord. Wél spelen in de
situatie na een CVA allerlei andere factoren een rol die tot
seksuele problemen kunnen leiden.
Fysieke factoren zijn onder
andere:
verlammingen
spasticiteit (die vaak toeneemt bij
inspanning en emoties)
vermoeidheid.
Psychische factoren zijn onder andere:
een verminderd gevoel van
aantrekkelijkheid
schaamte-gevoelens
angst voor een nieuwe beroerte tijdens
seksueel contact of masturbatie.
Gedragsveranderingen zijn onder andere:
gevoelsvervlakking
impulsiviteit
zelfoverschatting enerzijds of
initiatiefloosheid anderzijds. Dit kan zo sterk zijn dat zelfs
tijdens het vrijen niet op strelingen wordt gereageerd.
Na een CVA daalt het verlangen van een
vrouw naar seksueel contact sterk.
Na een CVA krijgt een deel van de mannen
last van te vlug klaarkomen.
Na een CVA krijgt een deel van de mannen
een erectieprobleem.
Na een CVA kan zowel bij de man als bij de
vrouw de zin in vrijen verminderen.
De hulpeloosheid en afhankelijkheid zijn
een belangrijke reden voor minder frequente seks.
Door een CVA is er vaak minder kracht in
de arm en minder gevoeligheid in de strelende hand. De vertrouwde
manier van vrijen lukt daardoor niet. Dan is creativiteit nodig.
Door een CVA verliest de man vaak macht en
controle. Dit zorgt voor een flinke barst in zijn mannelijke
trots.
Door een CVA verliest de vrouw vaak
vrouwelijke aantrekkelijkheid. Dit zorgt voor een flinke barst in
haar vrouwelijk zelfvertrouwen.
Een deel van de mannen krijgt tijdens het
vrijen last van faalangst, waardoor ze een beginnende erectie
weer verliezen. Bij een (dreigend) erectieprobleem stoppen mannen
vaak met voorspel omdat "ze het niet meer kunnen afmaken".
Hoge bloeddruk of hypertensie Slechte bloedvaten verminderen de
doorbloeding van de seksuele machinerie en dat kan waarschijnlijk
al een negatief effect hebben op de opwinding.
Medicatie
De opwinding wordt ook behoorlijk negatief beïnvloed door de
medicamenten bij hoge bloeddruk (de zogenaamde antihypertensiva).
Men deed onderzoek naar erectieproblemen en hoge bloeddruk.
Suikerziekte of Diabetes Mellitus Er is een veronderstelling dat iedereen met
suikerziekte impotent wordt. Dat is dus niet waar!! Diabetes
mellitus zorgt wel voor een extra groep erectieproblemen van
ongeveer 23%.
Fysieke factoren
problemen met de bloedvaten
hoge bloeddruk
beschadiging van de kleine zenuwbanen
Niet-fysieke factoren
onzekerheid
depressie
aanpassingen
verwachtingen over wat er seksueel kan
misgaan
Meer
aandacht voor seks bij revalidatie
Revalidatiecentra moeten problemen
bespreekbaar maken
en binnen hun revalidatieprogramma’s
meer aandacht besteden aan seksualiteitsproblemen. Dat stelt de
RutgersNisso groep naar aanleiding van een onderzoek onder ruim
honderd mensen met een chronische ziekte of handicap.
Uit het onderzoek blijkt dat helft van de
patiënten seksualiteitsproblemen ervaart als gevolg van hun
ziekte of handicap. De problemen lopen uiteen van minder zin in
seks hebben tot erectieproblemen of geen goede seksuele partner
vinden.
Hoge verwachtingen
Gevraagd naar hun verwachtingen ten aanzien van de
revalidatiezorg gaven veel revalidanten aan dat zij hoopten dat
er binnen de revalidatieprogramma’s aandacht aan seksuele
problemen zou worden besteed. Dit blijkt echter zelden het geval.
Bespreekbaar maken
Volgens onderzoekers van de Rutgers Nisso groep geeft dit eens te
meer aan hoeveel moeite zorgprofessionals hebben om seksuele
problemen bespreekbaar te maken. Toch is dit volgens de
onderzoekers broodnodig om chronische seksuele problemen te
voorkomen.
Note: De weergave vandeze
informatie is algemeen en valt derhalve onder geen enkele
verantwoording van de Cliëntenfamilieraad'Clifa' of het
management van verpleeghuis Evean Oostergouw.